-
1 revive
v. herleven, weer opleven, weer bekomen; doen herleven; aanwakkeren; weer opvoeren of vertonen[ rivvajv]1 herleven ⇒ bijkomen, weer tot leven/op krachten komen2 weer in gebruik/de mode komen ⇒ opnieuw ingevoerd wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen herleven ⇒ vernieuwen, weer tot leven brengen♦voorbeelden: -
2 regenerate
v. weer opwekken, tot nieuw leven brengen, herscheppen, doen herleven, verjongen, regenererenregenerate1[ ridzjennərət] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉————————regenerate2[ ridzjennəreet]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verbeteren ⇒ bekeren, vernieuwen2 nieuw leven inblazen ⇒ doen herleven/opbloeien♦voorbeelden: -
3 reanimate
v. doen herleven, reanimeren; weer bezielen of doen opleven[ rie:▪ænimmeet] 〈zelfstandig naamwoord: reanimation〉 -
4 resurrect
v. doen herleven; herrijzen[ rezzərekt] -
5 resuscitate
v. doen herleven; weer tot leven komen[ rissussitteet] 〈zelfstandig naamwoord: resuscitation〉 -
6 bring back
terugbrengenbring back1 terugbrengen ⇒ retourneren, mee terugbrengen2 in de herinnering terugbrengen ⇒ doen herleven, oproepen♦voorbeelden:bring me back a newspaper • neem een krant voor me meebring back to life • nieuw leven inblazen -
7 quicken
n. vooruitlopende programmering voor organisatie van gelden en boekhouding en voorbereiden van belastingaangiften voor zelfstandigen of kleine bedrijven)[ kwikkən]♦voorbeelden:2 stimuleren ⇒ prikkelen, bezielen -
8 recapture
v. heroveren, herovering[ rie:kæptsjə] -
9 renew
-
10 renovate
v. vernieuwen, renoveren, verbouwen[ rennəveet] 〈zelfstandig naamwoord: renovation〉1 vernieuwen ⇒ opknappen, renoveren, verbouwen
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский